Onze blinde vlek: over (onterechte) stigma ‘s
Stigma. Geen heel leuk woord! Het geeft een bittere smaak in de mond. En we hebben het er liever niet over. Toch is het iets wat aandacht behoeft, zeker als je stigma ’s graag ziet verminderen. Of beter nog: verdwijnen. Want succesvol werken met een beperking is zeker mogelijk.

Gelijkwaardige behandeling
Door mijn werk bij Ctalents kom ik dagelijks in contact met mensen die geconfronteerd worden met de stigma’s van hun beperking. Zelf behoor ik niet tot deze groep, maar ik heb inmiddels zoveel mensen met een auditieve- of visuele beperking gesproken dat ik een aardig beeld heb gekregen van de uitdagingen waar zij dagelijks tegen aan lopen, wanneer ze werken met een beperking. Die groep is overigens bepaald niet klein! Honderdduizenden, je leest het goed, honderdduizenden mensen hebben hier mee te maken. Dat maakt het adresseren van stigma’s als je het mij vraagt niet alleen moreel juist, maar noodzakelijk om de maatschappij goed te laten draaien. Niet uit medelijden. Daar zit niemand op te wachten. Maar omdat iedereen een gelijkwaardige behandeling verdient, en daar zijn we met zijn allen verantwoordelijk voor.
Onterechte stigma ‘s
Wat maakt iemand die bijvoorbeeld slechthorend is dan allemaal mee? En hoe ga je daar mee om? De ervaringen lopen enorm uiteen. Om even bij het voorbeeld van een slechthorend persoon te blijven: wist je dat slechthorende mensen heel vaak onterecht als onbenaderbaar, en soms zelfs als arrogant worden beschouwd? Dat zijn ze natuurlijk niet, maar in sociale context worden wel eens compleet de verkeerde conclusies getrokken als je iets tegen iemand zegt, en diegene niet op je reageert. Of als iemand wel probeert op je te reageren, maar met een compleet ander antwoord dan jij verwacht had. En als we het toch over sociale context hebben: welke conclusies trekken mensen als iemand vroegtijdig van een verjaardag vertrekt? Dat komt allemaal niet omdat deze mensen zich beter voelen dan anderen, het komt omdat ze je niet kunnen horen, zich inspannen om ‘mee te kunnen doen,’ of soms gewoon een ruimte moeten verlaten omdat het omgevingsgeluid ondraaglijk is.
“Er zijn mensen die ondanks die dagelijkse stigma’s meer dan alleen maar ‘meedoen’ aan de maatschappij; ze veranderen hem.”
Tot last gezien worden door stigma ‘s
Een ander voorbeeld. Als relatief inclusieve maatschappij hebben we al wat stappen gemaakt om het straatbeeld toegankelijker te maken voor mensen met een visuele beperking. Er liggen op veel plekken tegels met reliëf op stations, en alle goed onderhouden stoplichten in Nederland tikken vrolijk mee als mensen over een zebrapad heen drommen. We hebben alleen nog niet bedacht dat mensen met een visuele beperking hun werkweek niet vullen met treinreizen of wandeltochten. Wat gebeurt er dus als een blind persoon aan het werk gaat op een kantoor? Dikke kans dat het pand niet, of maar beperkt toegankelijk is voor mensen met een witte wandelstok of een rolstoel. Door wat je gewend bent uit sociale context ben je echt op je hoede om daar iets over te zeggen. Je wilt immers niet als last worden gezien. Dat constant op je hoede zijn om anderen niet op de tenen te trappen doet iets met een mens. Je schouders trekken omhoog van de spanning, en voor je er erg in hebt wordt het door de maatschappij gezalfde ‘meedoen’ steeds moeilijker om vol te houden.
Veranderen van de maatschappij
Ik heb immens respect voor de mensen die dagelijks voortploeteren in die realiteit. Onder mensen met een beperking zijn de sterkste professionals waar ik ooit mee heb gewerkt. Bijvoorbeeld iemand die zwaar slechtziend is en toch de meest innovatieve verkeersoplossing weet te verzinnen. Of iemand die vanuit haar eigen ervaringen onderzoek doet naar gedrag. En iemand die het einde van een klaslokaal niet ziet, maar beter les geeft dan ik zelf ooit had kunnen doen. Je houdt het niet voor mogelijk, maar er zijn mensen die ondanks die dagelijkse stigma’s meer dan alleen maar ‘meedoen’ aan de maatschappij; ze veranderen hem.
Oordeel van de maatschappij door stigma’s
Maar deze toppers zijn eerder de uitzondering dan de regel. Tussen de 65 en 70 procent van de mensen met een auditieve- of visuele beperking is werkloos, en dat is niet zonder reden. Het is niet dat deze mensen niet kunnen of willen werken. Ze lopen tegen het oordeel van de maatschappij aan, een voortdurend draaiende maalsteen die langzaam de motivatie weg schaaft. Juist voor deze mensen moeten wij allemaal eens goed gaan nadenken over de druk die we onbewust op de schouders van onze medemens plaatsen. Dit is onze blinde vlek: we zijn er samen verantwoordelijk voor. De manier waarop wij collectief denken over beperkingen moet veranderen, zodat we ons handelen er op aan kunnen passen. Dit soort verandering begint bij jezelf. Dus, beste lezer, als ik je met dit korte verhaal heb kunnen raken, speel dan eens met de gedachte: ‘’wat kan ik anders doen?’’ En verplaats je in een ander! Stel je eens voor dat jij zelf voor onze blinde vlek zou staan. Zou jij het kunnen?
Lees hier meer over inclusie.